Fletiomagazine / MHC Fletiomare / April 2020

5. De gezelligheidskijker Heeft net zelf een wedstrijd gespeeld, en “kijkt” vervolgens de andere wedstrijden op de club. Het gaat hem echter vooral om de biertjes en de gezelligheidmet zijn teammaten. Soms staat ‘ie zelfs met zijn rug naar het veld. Heeft het prima naar zijn zin, vooral als het ook nog lekker weer is. Klaagt intussen echter wel dat hij alle goals mist. “Ah nee, nou heb ik “mweer niet gezien. Hoe ging ‘ie erin?” 6. De onbekende Hij staat aan het hek bij jullie uitwedstrijd. En ja, hij moedigt jul- lie aan, je hoort het toch echt. “Kom op Fletio!!” Maar… bij wie hoort hij eigenlijk? Het team kijkt elkaar eens aan. “Hoort ‘ie bij jou?” Misschien een verdwaalde oom die toevallig daar in de buurt woont of een andere uitspelende tegenstander die per definitie níet voor de club is waar jullie tegen spelen, en dus voor jullie is. Hij behoort in ieder geval niet tot de vaste fan schare van ouders of vriendjes/vriendinnetjes, maar is daardoor niet minder welkom. Hoe meer support hoe beter! 7. De EHBO’er Huilende hockeymeisjes of jongens, de pijn verbijtende senio- ren: de EHBO’er kan het niet aanzien. Springt zodra het maar even kan over het hek om eerste hulp te verlenen en begeleidt vaak hinkende spelers en speelsters naar de dug-out. Heeft meestal een medische achtergrond (fysiotherapeut, dokter), maar over bezorgdheid alleen telt ook. Roept als 1e: “IJS! IJS! Wie haalt er ijs?!” als er iemand neer gaat. 8. De hockeyhooligan Brandende fakkels in de hand, woest uitgedost in de clubkleu- ren, clubliederen en spreekkoren zingend: wat voetbalsuppor- ters kunnen, dat kunnen (sommige) hockeysupporters ook. Ze worden door het “nette” hockeypubliek (bijvoorbeeld ‘De rode broek’) afkeurend aangekeken, maar laten zich daardoor niet uit het veld slaan. Brengen sfeer en leven in de brouwerij, en zorgen er in ieder geval voor dat het niet saai is. 9. De rode broek Het stereotype hockeypubliek in de ogen van niet-hockeyers. En ja: je ziet ze inderdaad vaak. Rode broek aan, trui om de schouders geknoopt, labrador mee. En dan af en toe een mooie oneliner roepen naar de jongens of meiden op het veld. Welke precies, dat verschilt, maar in ieder geval zit er altijd een hete aardappel in de keel. Wordt ook wel ‘het wandelende cliché’ genoemd. 10. De plichtmatige Het a-sportieve vriendje/vriendinnetje van 1 van de spelers op het veld. Of de ouder die zich totaal niet interesseert voor het hockeyspel. Ze komen er niet onderuit om in ieder geval 1 keer per seizoen een wedstrijd te komen kijken. Op de één of andere manier zie je ook dat ze zich niet zo thuis voelen langs het veld. Misschien komt dat omdat hij/zij meer op de tele- foon kijkt dan naar het veld en al 4 keer aan omstanders heeft gevraagd “Hoe lang duurt zo’n hockeywedstrijd eigenlijk?”. fletio magazine | april 2020 43

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=